Ik zou mijn leven graag als een Heldenreis zien, een grote voor mijn hele leven, met vertakkingen van kleine Heldenreisjes: leren lopen, leren lezen, leren liefhebben, leren scheiden. Mijn innerlijke bibliothecaresse houdt ervan als alles in één schema past, catalogiseerbaar, rechtgezet en aangeschoven, niets kwijt. Maar zo overzichtelijk is het leven niet. Sommige reizen spelen zich af in een labyrint. Soms wordt het labyrint halverwege de reis opgeblazen zodat ik op een kale vlakte sta, die ik moet doorkruisen om weer op mijn hoofdweg uit te komen. Daar geloof ik wel in, dat er een hoofdweg is, en dat ik die eindelijk teruggevonden heb. Hele stukken ervan heb ik niet bereden of gelopen, toen was ik ergens anders, met een andere zoektocht bezig.
Ik houd ook erg van collages maken, en daarvoor leent dit leven zich geweldig. Ik zou wel een kolossaal doek nodig hebben. Daarop zou ik de grote Heldenreis als cirkel weergeven, met turquoise voor de bovenwereld, en diep paars voor de onderwereld, waarin ik langzaam mezelf leerde kennen en worden. Ik zou de weg willen schilderen als een cartoon-achtige asfaltweg, met witte strepen langs de kant en een onderbroken lijn in het midden. In de berm zou ik bloemen en bomen en dieren tekenen. Giftige en weelderige, karkassen en dooie bomen, tere bloempjes en onbeheersbare klimop.
Er zouden veel aftakkingen zijn, van die zwart-witte asfaltweg. Kleine doelgerichte Heldenreisjes: alle vaardigheden die ik me heb eigengemaakt. Eigen in de zin van: altijd handig en nuttig, nooit weer afgeleerd. Lopen, fietsen, lezen, schrijven, koken, poetsen.
Er zijn ook roze wolken langs de weg: kalverliefde, wittebroodsweken, kraambed. Verrukking vanwege het bestaan van een ander mens, niets meer te wensen zo gelukkig.
Dan al die labyrinten. Een labyrint is niet hetzelfde als een doolhof, je kunt er niet verdwalen, je moet alleen een veel langere weg afleggen dan hemelsbreed nodig was. Het doel ligt vlakbij de bron, maar er zijn geen kortere wegen. Het labyrint dat mijn huwelijk bleek te zijn. Het labyrint dat mij de weg wees naar mijn beroep.
Doolhoven waren er ook. Daarin verdwaalde ik. Lichamelijke en geestelijke gezondheid waren soms ver te zoeken, ik dwaalde en dwaalde maar, door lichtloze gangen tussen vochtige, heel donkerbruine bakstenen muren. Daaruit is geen uitweg. Tenminste, zo lijkt het. Tot ik omhoog keek, de sterren zag, en de muren wegsmolten als leem onder een regenbui.
Er waren bomen om in te klimmen, rivieren om niet in te verdrinken, er waren halfvolle en halflege glazen, voortdenderende treinen, meditatieve kralenkettingen, fotoalbums.
En om die grote cirkel, met de vertakkingen die daaruit als bloemen ontsproten, schilderde ik de zee, waarop de schepen van mijn verlangen koers zetten naar mijn diepste wensen, grote statige oude houten schepen met heel veel strakke zeilen. Sterren, zonnen, maansverduistering. Regenbogen, sneeuwkristallen, watervallen.
Ik zie mijn leven als een levensgroot schilderij waarop alles bijdraagt tot grotere schoonheid van het geheel, ook de lelijke, bloedige dingen. Ik krijg er nooit genoeg van: soms alleen door te kijken, soms door er hard aan te werken. Soms door er nieuwe dingen bij te schilderen, soms door oude versleten vlakken opnieuw in te kleuren. Overschilderen gaat niet, maar verbeteren wel. Als ik doodga, is het klaar, en trek ik het doek aan als een veelkleurige mantel, die alleen mij past, en die ik eeuwig dragen mag.
Een prachtig mooi schrijven las ik hier.
Novelle
Vind het mooi en beeldend geschreven, zo is het leven eigenlijk ook.
Je leven verbeeld in een schilderij. Ik zie het voor me. Er was een periode in mijn leven dat ik zocht naar de zin ervan. Had moeite met mijn eigen nietigheid. Door me voor te stellen dat ik een kleine stip kleur was op een groot (pointillisme) schilderij en me realiseerde dat iedere punt nodig was om het schilderij zijn compositie en kleuren te geven, leerde ik dat - hoe nietig ook - mijn leven onderdeel was een groot schilderij. Jij nu brengt die ene punt in al zijn pracht en praal tot leven. Mooi en boeiend!