253 – het land van mijn grootvader

Of kwam het doordat ik me opeens herinnerde dat dit het land was waar mijn grootvader Yiva vandaan kwam? Mijn moeder vertelde het toen we bij Storma waren, om haarverf te leren maken. Storma vroeg waar mijn witte haar vandaan zou kunnen komen, en mijn moeder vertelde hoe Yiva als jonge knaap met een schip vol schapenhuiden de Helvarderaflu afgevaren was, hoe hij in Ulfardasan aan een meisje was blijven hangen, mijn grootmoeder Stijma. Hoe het jonge paar naar DunKitaba was verhuisd en daar twee dochters had gekregen. Hoe Yiva met zijn Tweede Meisje was vertrokken en nooit meer terugkeerde.

"Eerst maar wat eten," zei Wasijma. Ze kocht vleespasteitjes voor ons en we gingen zitten op een paar keien, net onder de schaduw vandaan. Ik pakte mijn schild en peuterde de touwtjes van de paneeltjes los. Wasijma keek vol verwondering toe.

Ik zag tot mijn verbazing dat het paneeltje van MancuKondalu aan dat van Taka Haringes vastzat. En dat op allebei een blauw beeld te zien was, met iemand – met mij? – op schoot. Ik herinnerde me die nacht op Taka Haringes nog zo goed, en ook wat Lizma had gezegd: "Dat is het beeld van de Goede Vader. Daar brengen we onze zorgen naartoe." Hoe ik op de grote blauwe schoot van het beeld geklommen was, me neerlegde, mijn hoofd op zijn knie. Het was alsof een grote hand op mijn schouder gelegd werd. Dat gevoel van veiligheid en overgave, zoals Bo zich vol vertrouwen aan me overgaf en zijn hoofdje tegen mijn schouder liet rusten.

Ik vertelde aan Wasijma wat de andere paneeltjes betekenden, en zag meer overeenkomsten. Het paneeltje van IzwiLamanzi, met die wonderlijke zaadjes erop, zat tegenover dat van Middelgront, dat gruwelijke eiland met het Graysameer. Langen San zat aan Registana vast, ons land van herkomst, Lopweteka tegenover Wyda Moor (ik rook opeens weer die vieze lucht daar op het strand, waar de Tweede Meisjes zeehondenbont maakten) – mijn schild was mijn reis. Ik probeerde het aan Wasijma uit te leggen, ze luisterde met gretige nieuwsgierigheid, bijna jaloers op alles wat ik had gezien en meegemaakt.

Dit bericht is geplaatst in feuilleton met de tags . Bookmark de permalink.

4 Reacties op 253 – het land van mijn grootvader

  1. Elly van Doorn schreef:

    Fijn regelmatig die flah backs Hella. En dat je zo goed en boeiend schrijft. Een kubstwerk.
    Dank je wel . Ik geniet er steeds weer van.

  2. Ferrara schreef:

    En dan ben ik bij het lezen over Yiva en het tweede meisje, terug op de brug met wachters en grootuilen en de gruwelijkheden die zich daar afspeelden. Zou Yiva iets dergelijks zijn overkomen, maar niet aan denken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *