125 – niet geloven

"Er zijn mannen," zei Blufam, "die het niet eens zijn met … die niet geloven in de Grote Hemren, die er tegen zijn dat Tweede Meisjes … die opkomen voor ons, voor vrouwen …"
Het was me zo wezensvreemd dat ik haar met open mond zat aan te kijken. Het was alsof iemand zei dat hij het niet eens was met de zon, of er tegen was dat je je brandde aan vuur. Hoe kon je tegen iets zijn wat gewoon zo was? Ik probeerde dat aan Blufam duidelijk te maken. Dat ik echt totaal niet begreep wat ze bedoelde.
"Ik begreep het ook niet," zei ze. "Of eerst niet. Later wel. Nu wel. Hoe kunnen we weten dat het echt waar is? Wie heeft dat bedacht?"

Het was alsof mijn brein acrobatische toeren uithaalde om het maar te begrijpen. Zoals altijd wanneer ik moest nadenken – ook als ik met een nieuw ontwerp voor een mand bezig was – draaide ik een haarstreng rond mijn vinger. Mijn witte haar, dat hier totaal geen betekenis had. Ik dacht aan de jute lappen op Kraeckten San. Aan die regels die van plaats tot plaats verschilden, terwijl in iedere plaats iedereen dacht dat het de waarheid was. Iedereen wist zeker dat de Grote Hemren precies datgene van hem vroeg. Maar wie weet hadden ze in Gralda of Mingia wel nooit van Hemren gehoord. Al kon ik me niet voorstellen wat voor zin een leven had als je het leefde zonder die zekerheid.

Toch had Blufams man dat zo belangrijk gevonden dat hij er nu voor gevangen zat. Heette het daarom de Visietunnel?
"En jij?" vroeg ik. "Was jij het eens met hem?"
Even werd de schim die Blufam heette van binnenuit verlicht. "Ja," zei ze. "Ja! En er zijn nog steeds …"
Toen kwam Mia het dak op, opgewonden en buiten adem. "Ik en Otta mogen mee met Letifam naar de markt! Mag het?"
"Dat is goed," zei ik. "Ik zal je een muntje geven, dan mag je wat lekkers kopen voor Otta en jou."

Dit bericht is geplaatst in feuilleton met de tags . Bookmark de permalink.

6 Reacties op 125 – niet geloven

  1. Elly van Doorn schreef:

    Wat bouw je het mooi op en duidelijk hoe de (altijd denkbeeldige) grond onder je voeten kan verdwijnen. En ook nog eens een prachtig verhaal.

  2. Lianne Hartman schreef:

    Mooie vergelijking, Hella. Hoe maak je de grootsheid van een afwijkende gedachte duidelijk. Het tweede stukje, waarin de mogelijkheid tot waarheid, of onwaarheid, doordringt, gaat voor mij dan wel wat snel. Maar misschien ben ik daar zelf te traag voor en te vastgeroest in mijn eigen waarheden. De overgang naar het luchtige einde, het andere onderwerp, vind ik wel weer heel sterk. Zo gaan gesprekken.
    Ik mis nog wel ergens een woordje in deze zin: 'of er tegen was je je brandde aan vuur'.

  3. Ferrara schreef:

    Het is waar wat Lianne zegt zo verlopen gesprekken soms, toch had ik graag wat meer gelezen over het gesprek tussen Blufam en Yima. Maar dat komt ongetwijfeld nog aan de orde. Ik heb de kaart er weer bij gepakt om te zien waar Gralda en Mingia liggen, voor mij maakte het duidelijk waarom Yima juist die plekken noemt of ze daar ooit van Hemren hebben gehoord. Op de kaart lijkt het (in mijn ogen) een buitengebied.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *