Er waren misdadigers – zulk soort dingen had je alleen van horen zeggen, en omdat ik bij zoveel verschillende mensen thuis kwam die ook vaak klanten over de vloer kregen om hun handwerk te kopen hoorde ik heel veel zeggen – die erin slaagden uit Dunkitaba te ontsnappen voor de dag van hun straf aanbrak.
De Dag der Gerechtigheid, heette het officieel. Hebotva verscheen dan op het balkon van het Palast en sprak de straf uit. Een halve dag, een hele, vijf of zes dagen … Voor die laatsten weken ze af van de rechte weg naar het noorden, omdat ze anders te dicht bij Nuktatharsta kwamen. Zij werden afgezet tussen Nuktatharsta en Ulfardasan, de grote havenstad in het oosten, vlakbij de monding van de Helvarderaflu.
Ik vroeg me altijd af waar die ontsnapte boeven naartoe zouden gaan. Toen Pucima en ik weer eens bij zo'n uitzetting hadden staan kijken, en terugliepen naar haar werkplaats, vroeg ik dat aan haar. We waren riet aan het plattrappen met plankjes onder onze voeten, het maakte een geluid als van trommels, niemand die langs haar huiswal liep zou kunnen horen wat we bespraken.
"Naar de Zanden," zei Pucima.
Ik keek haar vragend aan, hoe dan?
"Er zijn op zee altijd mensen die je verder helpen als je op de vlucht bent," zei Pucima. Ze stampte nog eens extra hard.
Boten dus. Weer zoiets wat je leerde op school, roeiboten, zeilboten … maar omdat je je de zee niet kon voorstellen, zag je de boot ook niet voor je, hoe spannend dogman er ook over vertelde. Hoe wist Pucima dit allemaal? Ik vroeg het haar toen we gingen zitten met thee en brood.
"Mijn man had stranddispensatie," zei ze. "Hij handelde voor Hebotva in uitheemse spullen zoals edelstenen, ivoor, wierook, en parelmoer van Langen San. Hij heeft meerdere keren gezien hoe tegen de avond mensen uit de duinen opdoken, en door schippers meegenomen werden. Op een keer is hij daar op het strand doodgeschoten, een pijl recht door zijn keel. Iemand die bang was om verraden te worden, denk ik."
Heel zacht vertelde ze dit. Niemand mocht weten wat zij wist. Waarom vertelde ze het dan wel aan mij?
"Je moet op alles voorbereid zijn, Yima."
Ik weet niet of het aan mij ligt (ik had blijkbaar het vorige deel gemist en las die pas na dit deel), maar dit leest niet lekker. De alinea's over het uitvoeren van de straf en de ontsnapte boeven lopen wat door elkaar. Ik heb het drie keer moeten lezen voor ik de juiste context bij de juiste alinea kon plaatsen.
Verder sluit ik me aan bij iedereen die zegt steeds weer uit te kijken naar een nieuwe aflevering. Je trekt ons mee het verhaal in.
ja, ik snap wat je bedoelt, het staat er wat rommelig
maar fijn dat je meeleest!