Als je de lezersrecensies van Klifi op Goodreads leest, valt het op dat ze niet erg positief zijn. Vooral de stijl wordt niet gewaardeerd, en de inhoud vindt men oppervlakkig en te laconiek voor de serieuze thematiek.
Waarbij het dan niet tot de lezers schijnt door te dringen dat dat een voorproefje is van wat we in ons huidige tijdsgewricht al zien ontstaan: houd je op de vlakte, houd het luchtig en begrijpelijk, dan trap je niemand op de tenen en blijf je tenminste veilig.
Het boek toont hoe de maatschappij eruit gaat zien als De Nar (zelf noem ik hem de Ezelman) president zou worden, hoe het kan dat de meeste mensen dat wel prima vinden, en hoe er van een laatste restje tegenstanders (denk aan dat ene dorpje in Gallië) uiteindelijk vrijwel niks overblijft.
Vaak erger ik me aan "meta-boeken' – van die intellectuele kunstjes waarbij de schrijver (meestal mannelijk) al borstkloppend laat zien wat voor prachtige puzzel hij gewrocht heeft
(zoals bijvoorbeeld Maxwell's Demon), maar bij Van Dis zien we hoe het zou werken als de overheid werkelijk censuur pleegde. Hoe de geïnternaliseerde poema (de censor in het hoofd van de hoofdpersoon) op alle onveilige slakken zout legt, dingen doorstreept, zwart lakt, wegknipt. "Censuur als huid."
Hoofdpersoon Jàkob Hemmelbahn vluchtte als jongen met zijn ouders uit Hongarije. Hij herinnert zich die onveiligheid nog van toen. Hij probeert kracht te ontlenen aan het voorbeeld van zijn vader, die zich tegen het regime verzette, maar hij is te oud om nog een held te spelen. Het is al heel wat dat hij het heeft opgetekend, dat hij getuigenis heeft afgelegd van de verwording van het land waar zij zich ooit zo veilig voelden.
Een orkaan, een overstroming – het zijn niet alleen gevolgen van klimaatverandering, maar ook symbolische (droom)beelden die staan voor dingen waar een mens niet tegen opgewassen is. Waar Jàkob en zijn vrouw zich ooit laafden aan boeken die hen bevestigden in hun wereldbeeld, en zich keurig hielden aan geboden die een goed mens betaamden ("zonnepanelen, soja, biologische knollen en nauwelijks vlees eten") ziet hij nu dat dat niet genoeg is geweest.
Ik heb heel wat zinnen onderstreept.
- "Hoe handhaaft een schrijver zich in deze tijd? Door ondergronds te gaan." Dat was precies wat ik in mijn dagboek schreef, toen ik ontdekte hoe narcisme werkt en hoe ik toch mezelf was gebleven. En nu me de schellen van de ogen zijn gevallen mbt Rutte en De Jonge, snap ik steeds beter hoe dat in een maatschappij werkt. Je hoeft geen clown te zijn als Trump, Glorixpipo of Ezelman, ook fatsoenlijke mijnheren helpen mee het volk rijp te maken voor blindelingse volgzaamheid.
- "Lezen is uitgestelde zelfmoord."
- "Laten we dansen en van ons uitsterven een festival maken, zei een paardenstaartman die zich catastroof noemde."
- "De president heeft het vergeten tot kunst verheven." En dat schreef Van Dis vóór Ruttegate ontplofte.
Tijdens de ramp wordt Jàkobs huis op zijn terp een soort veldhospitaaltje annex jeugdherberg voor de inwoners van De Kuil, een dorp van gemarginaliseerden in caravans en krotten. Dat soort mensen wordt afgevoerd, evenals iedereen met een buitenlands accent of een "kleurtje".
Jàkob neemt het – als bibliothecaris – op zich om hen op kaartjes te registreren. Maar doet hij daar goed aan? "Was zijn helpen dan heulen?" En later: "Wat een waardeloze held was ie, een verraderlijke lijstjesman. Een heuler. Hij moest en zou dat boek schrijven! Om het goed te maken. Een vuist in woorden."
Ik hoor Van Dis daar zelf in. En dan kun je twee dingen doen: of een vet aangezette dystopie schrijven (een genre dat kennelijk erg veel gelezen wordt), of het licht houden. Zoekend. In vredesnaam niet bet- of zekerweterig. Want ik denk dat al die lezers die hem lichtvoetigheid verwijten niets liever willen dan die zekerheid. En dat is juist waar je zo voor moet oppassen.
Wie lichtvoetigheid verwart met oppervlakkigheid moet beter lezen.
Hoi Hella, een prachtige recensie die uitnodigt om het boek ook zelf te gaan lezen. Ik had mij al voorgenomen om het boek niet te gaan lezen, misschien dat ik daarop terug moet komen.
Jarenlang is Adriaan van Dis voor mij vooral de presentator geweest van dat prachtige boekenprogramma. Later kwamen daar zijn reisprogramma's over Zuid-Afrika en Indonesië bij.
Van zijn boeken moest ik niet zo veel hebben totdat ik het prachtige "Ik kom terug" las dat over zijn relatie met zijn moeder gaat en dat ik beschouw als een van de hoogtepunten uit de Nederlandse literatuur. Ik denk dat ik "Klifi" toch maar ga lezen.
Groetjes, Erik
Ja, 'ik kom terug' vond ik ook fantastisch.
O Hella, wat een prachtige recensie heb je hier geschreven. Ik heb het boek ook gelezen en het is waard het weer te lezen en nog beter binnen te laten komen. Ik ga dit delen en neem aan dat je dat goed vindt. Veel meer mensen zouden het moeten lezen. Heel hartelijk dank voor hoe je het hier nog eens aan mij hebt laten zien.
dank voor je prachtige woorden!