Heel veel boeken zijn als limonade: je klokt ze dorstig achterover, geniet van de zoetheid, misschien zit er zelfs een bedwelmende tic in, klok klok, je zet het lege glas neer en zoekt een volgende smaak uit.
Ik heb tussen de bedrijven – lees: verplichte boeken – door nog een Nora Roberts weggeklokt. Het ene verplichte (leesclub-)boek was Renger. Geen limonade, meer helder water met af en toe iets ondefinieerbaars erin dat je tegenhoudt met je lippen om het eerst even te bekijken voor het naar binnen mag. Nasmaak ook wat ondefinieerbaar, een moeilijk na te vertellen verhaal met een ongrijpbare hoofdpersoon. Al genoot ik wel van de herkenbaarheid van het water.
En nu dus Arundhati Roy. The Ministry of Utmost Happiness. Ik ben nog niet zo ver, op bladzij 65 van de 438. Ik schreef al hoe ik me erop verheugde, en ik bespeurde bij mezelf een wil om het mooi te vinden. Je wilt niet graag dat idolen van hun voetstuk vallen. Tot ik me dat bewust werd, en me maar gewoon overgaf aan het leesproces. (Ik keek eerst nog even op Goodreads. Ik heb de rare neiging om negatieve recensies eerder te geloven dan positieve, maar dat klopt geloof ik alleen bij limonadeboeken. De critici gaven in dit geval vooral blijk van onwetendheid of politieke vijandigheid.)
Proberen te lezen als jezelf, is het niet raar dat dat een bewuste handeling / keuze moet zijn? Ik zoek ieder (Hindi) woord op dat ik niet ken, vaak zijn het kledingstukken maar ook begrippen als zwarte magie, of transgender. Ik zoek historische gebeurtenissen op en besef dat ik niets weet van wat er zich elders op de wereld afspeelde ten tijde van 9/11.
En langzaam raak ik bedwelmd, zoals je op de souq bedwelmd raakt, door de mensen en de geuren en de herrie en de kleuren. Een buffet vol curry's die ik allemaal moet leren eten.
Het is vast geen toeval dat ik op Fb een fotoserie tegenkom over Delhi.
Op twitter zag ik gisteravond dat Roy geïnterviewd werd in De Doelen, wat had ik daar graag bij willen zijn!
afbeelding: Matthieu Paley, National Geographic