Het leuke van mijn recensiebaantje is dat ik boeken lees die ik anders nooit (uit) zou lezen.
Op zich leek Hame mij op het lijf geschreven: een boek dat zich afspeelt op een afgelegen Schots eiland, over een bijna mythische dichter die zich daar vestigde in de tweede wereldoorlog.
Mhairi McPhail, een New Yorkse Canadese met Schotse voorouders vestigt zich met haar dochtertje op het eiland om de biografie te schrijven van deze Bard of Fascaray, Grigor McWatt, die ook nog eens de allerberoemdste Schotse protestsong Hame tae Fascaray op zijn naam heeft staan.
Gelukkig is mijn begrip van het Scots helemaal niet zo slecht. Het duurde even voor ik het Doric van Aberdeen kon verstaan, maar toen ik ontdekte dat het Fries daarbij behulpzaam kan zijn, werd het steeds wat makkelijker.
Het Scots van McWatt is een samenraapsel van alle Schotse dialecten die naast het Gaelic gesproken worden. Hij maakt owersettings van bekende Engelse gedichten, en legt lijsten aan van diverse termen, over het weer, en alles wat groeit en bloeit op Fascaray.
McAfee heeft zich gigantisch uitgeleefd om een levensechte geschiedenis van het eiland te verzinnen, waarbij je eigenlijk bij iedere naam moet opzoeken of die echt of verzonnen is - en de meeste zijn echt. Deze vorm van metafictie is een echte trend aan 't worden (ik schreef er ook over in mijn stuk over LeGuin), en hoewel ik er heus de lol wel van inzie, verveelt het me aan de andere kant ook snel.
We vinden al deze feiten in de fragmenten uit de biografie, die 2 jaar na de gebeurtenissen in het boek wordt uitgegeven. Vooral die stukken zijn lang en taai en feitelijk niets meer dan een politieke en sociale geschiedenis van Schotland in de twintigste eeuw. Als McWatt zelf aan het woord is, hoor je tenminste nog een leuke, partijdige, opstandige stem (de beste man heeft 276 notitieboekjes volgepend voor zijn Compendium of Fascaray).
De eigenlijke plot – dat wat ik maar het 'verhaalheden' noem – speelt zich af in dagboekfragmenten van Mhairi. Wat mij betreft hadden die stukken veel langer mogen zijn. Want normaal had ik het boek misschien niet uitgelezen omdat ik de geschiedenisstukken zo zat was (en na verloop van tijd ook niet meer de moeite nam om van ál die gedichten in het Scots het Engelse origineel op te zoeken, zoals bijvoorbeeld van Dylan Thomas: "Dinnae gang saft intae thon guid nicht" of van Yeats: "Stramp doucely fur ye stramp oan ma dwaums"). En het zijn juist de zoektocht van Mhairi naar wie McWatt werkelijk was – ze kan maar niets vinden over zijn jeugd – en haar eigen in het reine komen met haar ingewikkelde wortels en dito relatie met de vader van haar dochter die het uiteindelijk de moeite waard maken om het helemaal uit te lezen. Ik twijfel tussen drie en vier sterren.