het woeden der geheele wereld

Dit wordt weer zo'n stuk dat op te veel gedachten hinkt. Het begon met dat bizarre gesprek tussen Matthijs van Nieuwkerk en Lodewijk Asscher. De laatste steeg daardoor trouwens enorm in mijn achting – eindelijk vuur! – maar oh wat viel de eerste weer eens genadeloos door de mand.
Asscher vond dat we nu allemaal Het Complot Tegen Amerika moesten lezen, omdat het zo'n goed beeld gaf van wat er gaande is in Amerika, momenteel. Matthijs reageerde ongeveer net zo als toen Theo Maassen seks met Patricia Paay necrofilie noemde. Schande! Wat een paardenmiddel! Trump is toch geen fascist?
Nou Matthijs, ik zou de Eerste Waarschuwingstekenen van Fascisme er maar eens bij pakken.
Kort daarvoor had ik op twitter de eerste bladzij van Huizinga's In de Schaduwen van Morgen voorbij zien komen, en me gerealiseerd dat ik dat in de kast had staan. Ik ben meteen in beide boeken begonnen.

the plot against america
Net als bij Portnoy's Complaint genoot ik weer van de overrompelende schrijfstijl van Roth. Hij vertelt over hoe hij als jongetje van zeven meemaakte hoe Charles Lindbergh – de luchtvaartheld én notoire antisemiet – in 1940 tot president van Amerika werd verkozen. Een schok voer door de Joodse wijk in Newark waar hij opgroeit.
Wat het boek meteen duidelijk maakt, is hoe er altijd en overal twee kanten zijn. Wat kies je? Blijf je trouw aan je geweten of aan de wil tot overleven? De kleine Philip weet er geen raad mee. Zijn neef Alvin sluit zich aan bij het Canadese leger om Hitler te bevechten, maar zijn broer komt na een zomer in Kentucky – een speciaal programma om Joodse kinderen zogenaamd meer kansen te geven, van The Office of American Absorption – juist vol anti-Joodse denkbeelden terug. Vader Roth heeft precies in de gaten wat er gebeurt, al gebeurt het nog zo subtiel. Als hij – zoals alle Joodse ambtenaren – wordt overgeplaats naar het midden van nergens, neemt hij ontslag en gaat voor zijn broer werken, zo'n Joodse sjacheraar die aan alle vooroordelen voldoet.

Wat je ziet gebeuren is de sluwe stemmingmakerij van hogerhand. Precies wat je nu ziet gebeuren in Amerika, al is het tegen een andere bevolkingsgroep gericht. Roth vermengt feiten en fictie zo knap dat ik elke keer moest opzoeken wat nu wel of niet echt was (zag pas later achterin een chronologie van de feiten). Mensen die de waarheid verkondigen zijn tegen de staat en voor oorlog, en zij zijn degenen die een complot tegen Amerika smeden, niet president Lindbergh die met Duitsland en Japan samenspant.
How can this be happening in America? How can people like these be in charge of our country?
How long will Americans remain asleep while their cherished constitution is torn to shreds … ?

Kortom, Matthijs, er is genoeg in dit boek uit 2004 dat duidelijk maakt wat er nu, op dit moment, gaande is in Amerika.

in de schaduwen van morgen
In de Schaduwen van Morgen is uit 1935. De eerste bladzij, meer dan tachtig jaar geleden, geeft een schok van herkenning. En dat blijft zo, het hele boek lang. Je zou toch denken dat een tweede wereldoorlog – Huizinga hoopt nog dat die te vermijden zal zijn – wel een ommekeer teweeggebracht zou hebben, maar het tegendeel is waar. Alles wat Huizinga signaleert, is alleen maar toegenomen en erger geworden.
"Vooruitgang immers duidt op zichzelf enkel een richting aan, en laat in het midden, of aan het eindpunt van dien gang heil of verderf staat."

Ook in de jaren dertig waren de tijden enorm veranderd, in vergelijking met voorgaande eeuwen.
"De mechaniek der moderne massaverstrooiing beteekent in de hoogste mate verhindering van concentratie." Er wordt van alles uitgevonden op wetenschappelijk en technisch gebied, maar komt dat het cultuurpeil ten goede? Niet voor degene die niet kritisch nadenkt, zegt Huizinga.
"Daling van de kritische behoefte, vertroebeling van het kritisch vermogen, bederf van de functie der wetenschap, het duidt wel op een ernstige stoornis der cultuur. Wie echter meent, met het aanwijzen van deze symptomen het kwaad in beginsel af te weren, vergist zich deerlijk." 'Benoemen' is niet genoeg!

Op een congres betoogde een spreker "dat men van de wetenschap geen waarheid moest verlangen, doch veeleer 'geslepen zwaarden.'" Ook maar een menig, zeggen wij tegenwoordig. Men kan herhaardelijk waarnemen hoe bij ontwikkelde personen "een zekere onverschilligheid voor het waarheidsgehalte van de figuren van hun ideeënwereld is ingetreden."

Zonder het ooit rechtstreeks te noemen, is het boek wel degelijk een aanklacht tegen het fascisme.
(Hij schrijft over rassentheorie: "Heeft ooit een ras-theoreticus met schrik en schaamte bevonden, dat het ras, waartoe hij zich rekende, het minderwaardige moest heeten?")
Maar het is vormgegeven als een beschouwing van de stand der cultuur in de hele westerse wereld van dat moment. Huizinga is zelf natuurlijk een christelijke middeleeuwer, en zijn visie op moderne kunst, en op de rol van het christendom in de geschiedenis, vergeef ik hem graag. Omdat hij een ontzaglijk belezen en goed mens is, iemand die niet uit is op eigen macht en gezag, maar op het welzijn van de wereld.

Hij ziet twee –ismen die de wereld in gevaar brengen, het heroïsme en het puerilisme. Deze zin sloot prachtig aan bij Het Complot tegen Amerika: "Er bestaat stellig een verband tusschen de opkomst der aviatiek en de verspreiding van een heroïsch ideaal." Vroeger waren helden diegenen die zich opofferden voor het nut van 't algemeen, vanuit een persoonlijk bewustzijn van geroepen-zijn. Nu gaat heldendom over "hysterische opwinding, grootspraak, barbaarsche hoogmoed, dressuur, parade en ijdelheid." Het is dikwijls niet meer dan "een primitieve versterking van het wij-gevoel."
"In het fanatisme van een volksbeweging zullen het de beulsknechten worden van den moord."

Het puerilisme gaat over de staat van half vrijwillige verdwazing, de kant-en-klare meningen van de groep waartoe men behoort. "Politieke redevoeringen van leidende figuren, die geen andere qualificatie verdienen dan boosaardig kwajongenswerk, zijn niet zeldzaam."

Ik kan wel doorgaan met citeren. Alles wat in de jaren dertig speelde, speelt nu ook, alleen nog veel groter, sneller, machtiger, wereldomvattender.
Huizinga eindigt met een voorzichtig positieve noot: een geloof in de jeugd die van goede wil is. En dat zie ik ook nu wel. Maar het blijft van belang de ogen open te houden en niet, zoals Matthijs, de ogen dicht te doen uit een soort van gemakzuchtig optimisme dat meer dient om het eigen hachje te redden dan de wereld.

Dit bericht is geplaatst in recensies, tijdgeest met de tags , , , . Bookmark de permalink.

4 Reacties op het woeden der geheele wereld

  1. lethe schreef:

    Hij ziet twee –ismen die de wereld in gevaar brengen, het heroïsme en het puerilisme.

    Het is dikwijls niet meer dan "een primitieve versterking van het wij-gevoel."

    Oh, interessant! Ik heb altijd een instinctieve afkeer gehad van heroïek en het verheerlijken ervan, maar kon nooit precies verklaren waarom.

    • Hella schreef:

      Vroeger, schrijft Huizinga, was de erenaam Held "de prijs der dankbaarheid die door de levenden aan de dooden geschonken werd. Men trok niet uit om een held te zijn, maar om zijn plicht te doen."

  2. Ferrara schreef:

    Onder de indruk. Knap stuk. Daar zinkt duimzuigerij bij in het niet. ;0))

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *