kunst leren

Nog drie van die Duitse kunstpocketjes. Ik geloof dat ik ze vooral gekocht heb voor de afbeeldingen, niet omdat ze verplichte literatuur waren. Das Barock-Schloß herinnert me eraan dat ik – bevooroordeeld – bij kunstgeschiedenis barok heb leren waarderen. Ik vond het altijd kitsch en overdadig, ik leerde zien hoe'n geraffineerd totaaltheater zo'n paleis of zo'n kerk eigenlijk is. Maar van het boekje word ik niet warm of koud meer, het heeft zijn dienst gedaan.
Die Kunst der römischen Katakomben staat me nader aan het hart. Een tijdperk waar ik voor ik aan kunstgeschiedenis begon helemaal niets van wist, de vroeg-christelijke periode, werd me daar geopenbaard, met alle mysterie van dien. We hebben de katakomben onder de Sant'Agnese bezocht, kindeke en ik, er was verder niemand (bij de grote katakomben aan de Via Appia staan rijen, zoals bij de Sint Pieter), en het greep me zo aan! En de beeldende kunst uit die tijd is nog zo zoekend, nog zo weinig dogmatisch. Vreugde. Mag blijven.
Ik denk dat we op onze Frankrijk-vakanties wel haast alle romanische Portale hebben bezocht en bedia'd. Die dia's zijn inmiddels weggemariekondood, maar als ik het boekje doorblader, voel ik het hart opspringen. Die kunst is zo magisch-mooi, dat blijft me eeuwig aanspreken. Vézelay is een van de grootste schoonheidservaringen van mijn leven.

Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, kunst met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *