het debat over culturele toe-eigening
De enige manier waarop ik voor mezelf kan bepalen waar ik sta in het cultural appropriation debat, is door na te gaan wat ik las en lees, en wat ik schreef en schrijf.
Ik dacht dat het allemaal begon met de ophef rond de speech van Lionel Shriver, waarin zij verontwaardigd betoogt dat schrijvers verboden wordt om andere hoeden op te zetten (zelf droeg ze een sombrero), maar in de mode- en muziekwereld is de discussie al veel langer aan de gang. En in feite speelt het al zo lang als ik leef, getuige het essay van Norman Mailer uit 1957.
Ging de culturele toe-eigening daar nog over "hipsters" die dingen overnamen uit de "negro" cultuur, het deed eind jaren '60 zijn intrede in de literatuur toen William Styron zijn boek The Confessions of Nat Turner (over een slavenopstand, geschreven vanuit een zwarte slaaf) verdedigde tegen de aantijgingen van Herbert Aptheker dat hij alleen maar het stereotype van de domme, onderdrukte slaaf weergaf.
Het boek is fictie, betoogt Styron, en ik heb alleen maar geprobeerd me in te leven.
De vraag is nu dus: mag een blanke schrijver zich in een zwarte hoofdpersoon inleven? Mag hij schrijven vanuit het gezichtspunt van iemand uit een andere cultuur?
Mij kwam het onderwerp op twitter voor voor het eerst onder ogen, en daar reageerde ik in eerste instantie met: belachelijk! Dan zou een man toch ook niet over een vrouw mogen schrijven?
de verschillende argumenten
Inmiddels heb ik verscheidene artikelen gelezen. De argumenten zijn in drie categorieën onder te brengen: socio-economisch, artistiek, en ethisch.
• Als een blanke schrijver zijn boek over een zwart personage krijgt uitgegeven, betekent dat een kans minder voor de zwarte schrijver om zijn eigen verhaal te vertellen.
• De schrijver moet in staat zijn (het artistieke talent bezitten) om zich effectief in te leven in een personage met een totaal andere achtergrond.
• De schrijver moet vanuit integriteit en empathie over dat personage kunnen schrijven.
black like me
Met het eerste argument lijkt het tegenwoordig wel mee te vallen. Er worden juist steeds meer boeken uitgegeven van schrijvers uit andere (lees: niet-witte) culturen.
Wel las ik een stuk over een blanke man die zijn gedicht maar niet gepubliceerd kreeg. Toen hij het aanbood onder een Chinese vrouwennaam, lukte het wel. De Chinese auteur van het stuk klaagt erover dat zij bij de Iowa Writer's Workshop steeds op haar Chinees-zijn wordt aangesproken, terwijl de andere deelnemers ervan uitgaan dat hun schrijfsels "universeel" zijn.
Een andere blanke schrijver, de Texaan John Griffin, deed zich 50 jaar geleden als een zwarte voor, om van binnenuit de ervaring van zwart-zijn te kunnen opschrijven in zijn boek Black Like Me.
Pas toen een blanke het opschreef, werd het verhaal van de zwarten in het zuiden van de VS geloofd. Een ander belangrijk aspect wordt verwoord door zijn biograaf Robert Bonazzi: It’s also a truthful journal in which Griffin admits to his own racism, with which white readers can identify and perhaps begin to face their own denial of prejudice. (Een punt waar ik straks op terugkom.)
inlevingsvermogen
Over het inleven: elke goede schrijver doet dat. Als schrijver moet je in staat zijn met behulp van je eigen ervaringen je in te leven in de ander. Ik zou iedere blanke die racisme wil ervaren aanraden een tijdje in een Arabisch land te gaan wonen. Hoewel ik vrijwel alleen uiterst hoffelijke en charmante Omani's ben tegengekomen, wist ik toch dat ik in hun land een tweederangs burger was. En de Indiërs en Filippino's derderangs. Op de radio hoorde ik elke ochtend dat de christenen helaas toch net niet goed begrepen hadden hoe het echt zat met God.
empathie en integriteit
Ik denk dat het laatste argument het belangrijkste is. Ik las een mooi artikel over culturele toe-eigening in de mode, en hoe sommige couturiers ervoor zorgen dat de oorspronkelijke bedenkers van bepaalde etnische details ook in de spotlights komen te staan, terwijl anderen er niet voor terugdeinzen hun lingeriemodel in een sacrale Indianentooi te laten opdraven. Dat komt behoorlijk dicht in de buurt van blackfacing.
twee jeugdboeken
Als ik naga welke boeken die ik ooit gelezen heb, over zwarten gingen, denk ik voornamelijk aan Marijn bij de Lorredraaiers van Miep Diekmann, en Jenny vindt haar Weg van Hans de Groot-Canté.
Diekmann staat natuurlijk bekend om haar geëngageerde boeken. Wat zij schrijft is historisch verantwoord, en bedoeld om de lezers bij te brengen wat er echt gebeurde.
En toch.
Ik moet denken aan wat ik las over To Kill A Mockingbird:
Racism in Mockingbird is something that good white people save black people from. Racism is something that bad whites do, not a system of oppression that benefits all whites. There need to be more books in YA that examine white complicity in systemic racism.
Dat geldt voor Marijn ook. Hij is degene die de slavin redt.
Jenny vindt haar Weg is een romantisch romannetje uit 1966, van de schrijfster van Swaentje valt uit het Nest. Jenny is met haar ouders naar Amerika geëmigreerd, maar vlucht na rassenrellen terug naar Nederland. Daar ontmoet ze een zwarte student. Uiteindelijk krijgen ze elkaar, en gaan ze terug naar Amerika om samen te lopen in de protestmarsen. In feite pakt deze schrijfster het beter aan. Ze eigent zich het zwarte personage niet toe, ze maakt racisme het probleem van alle bevolkingsgroepen.
zelf over anderen schrijven
Pas las ik Americanah, van de Nigeriaans-Amerikaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie. Dat is een perfect voorbeeld van de ervaring van binnenuit. Ik denk niet dat een witte schrijver zich ooit zo kan inleven. Dat ook niet moet proberen, dat wordt grotesk.
Maar waar ligt dan precies de grens?
Dat boek van mij, waar ik al duizend jaar aan bezig ben, speelt deels in Australië. Een van de hoofdpersonen is een aboriginal vrouw. (Lees wat ik hier schreef over mijn eigen schokkende vooroordeel.) Ik heb een film gezien over drugsverslaving bij Aboriginals, daar kwam een scène in voor van aboriginals die door een shopping mall met terrasjes (witte koffiedrinkende dames) liepen, en daar zowat weggekeken werden. Een soortgelijke scène heb ik in mijn boek opgevoerd.
En waarom wil je dat dan, jij witneus?
Omdat het thema van mijn boek is: waar hoor ik thuis? En waarom hoort iemand ergens thuis? Waarom voelt een land als thuis? Hoe is het als je van je eigen grond verdreven bent? Hoe is het als je een multi-culturele afkomst hebt? (Waarom voel ik me nog steeds een landverrader omdat ik in Groningen woon en niet in Friesland?)
Mag ik die gevoelens projecteren op iemand uit een andere cultuur?
En wie is degene die mij toestemming moet geven?
small great things
Nu las ik onlangs het boek Small Great Things van Jodi Picoult.
Geen literatuur, daarvoor is het te melodramatisch en te eindgoedalgoedig. Maar wel een uitstekend boek om precies de kern van het cultural appropriation debat zoals dat nu hier in Nederland woedt te raken.
Het gaat over een zwarte verloskundige, Ruth, die wordt beschuldigd van moord op een blanke baby. De ouders van het kind zijn white supremacists, en willen niet dat zij hun zoontje aanraakt. Maar de baby is ziek, zij probeert hem te reanimeren, kind sterft, poppen aan het dansen.
Het verhaal wordt om en om verteld door de zwarte verloskundige, de witte neonazi, en de witte advocate. Picoult geeft dus stem aan een zwart personage. Achterin staat een stuk waarin ze uitgebreid vertelt over hoe ze met zwarten en met neonazi's heeft gesproken voor haar boek, zodat we niet zullen denken dat zij iets uit haar duim zuigt.
Maar in feite is de belangrijkste stem die van de advocate. Want die vertelt waar het boek in wezen om draait. In de rechtbank is het not done om de race card te spelen. Vrouwe Justitia is immers blind, die maakt geen onderscheid tussen blank en zwart.
(Nou en of ze dat doet! Toen ik in Houston eens te hard had gereden, moest ik voorkomen. De hele zaal zat vol zwarten, ik was de enige blanke.)
Ruth is het niet met haar eens: deze hele zaak draait immers om haar zwart-zijn.
Het is pas als de advocate in haar slotpleidooi óók zegt dat het om ras draait, dat ze de jury weet te overtuigen.
Ruth zegt: For the jurors to hear it, really her it, it had to be said by one of their own.
Dat gold al ten tijde van Black Like Me, dat geldt nog steeds. Het is niet genoeg als zwarten het zelf zeggen, blanken moet het onderkennen en dat uitdragen. Het boek draait niet om racisme, het draait om white privilege.
de realiteit van anderen
Het is onzin wat Elma Drayer in de Volkskrant beweert, dat je identiteit niet bepaald wordt door waar je wiegje heeft gestaan. Het is ook onzin dat je beschaamd moet zwijgen over andere culturen.
Ik denk dat je beschroomd moet spreken over andere culturen, en dat je niet mag schrijven op een manier die het verhaal van een onderdrukker propageert en bestendigt. Dat heeft niets te maken met politieke correctheid, dat heeft te maken met integriteit en empathie.
Zoals Jess Row het zegt in zijn artikel What Are White Writers For: Where is Shriver's curiosity, and where is her compassion, when it comes to the perspectives of people who associate symbolic acts, like wearing sombreros, with deeper historical traumas? Is that not, too, part of fiction's purpose? Part of what she accurately describes as "the astonishing reality of other people"?
Of zoals Zoya Patel het kernachtig verwoordt: De enige manier om erachter te komen of culturele toe-eigening een probleem is, is door te kijken naar de bedoelingen van de artiest.
Wat een goed essay! En ik ben het helemaal eens met je conclusie: literatuur is er juist voor om empathie te krijgen voor geheel andere gezichtspunten en als een auteur zich op een volledig integere manier inleeft in een personage van een andere kleur kan dat niet fout zijn.
Wat mij verder nog opvalt aan dit debat is dat de term 'culturele toe-eigening' impliceert dat een cultuur het exclusieve eigendom is van een bepaalde groep. Terwijl cultuur op de lange termijn alleen maar levensvatbaar is bij de gratie van uitwisseling en kruisbestuiving. Ik snap wel dat kleine, bedreigde bevolkingsgroepen hun eigenheid tot op zekere hoogte willen beschermen. Maar dat een dominante cultuur nooit elementen zou mogen overnemen van andere culturen is volgens mij een onhoudbaar standpunt. Cultuur is in principe van alle mensen.
PS Die sombrero van Shriver vond ik een beetje dom. Die leidde alleen maar af van wat verder een prima speech was.
dankje Anna!