Het begon allemaal met een discussie op twitter (zo inspirerend, die social media waar iedereen zo op afgeeft, alsof het een riool vol krijsende ratten is).
@tweep Creativiteit is een constant proces van vragen en antwoorden in je hoofd. Net de socratische methode. Uit het boek: Denk als een kunstenaar.
@HellaKuipers Ik weet niet of ik het daar mee eens ben. Is creativiteit niet voornamelijk overgave, zonder vragen te stellen?
@tweep @HellaKuipers De goddelijke inspiratie?
@HellaKuipers @tweep Nee, dat klinkt weer te eenmalig, als een flits. Het is meer een kwestie van luisteren.
@tweep @HellaKuipers naar wat moet je dan luisteren?
@HellaKuipers @tweep ja, geef het maar een naam. Noem het ingeving, dan laat je de "gever" in het midden.
@tweep @HellaKuipers hm, hier kan ik me dan weer niet zo in vinden 😉 creativiteit is toch gewoon een actief proces?
@HellaKuipers @tweep nee!
@tweep @HellaKuipers bij mij wel 🙂
@HellaKuipers @tweep misschien eens anders proberen?
@tweep @HellaKuipers Waarom? Zoals ik werk, werkt goed voor mij en ik heb meer dan voldoende werk en verkoop. Kennelijk werkt dat prima zo.
@HellaKuipers @tweep het moet niet. Gewoon als experiment, om eens uit te proberen.
Tweep vinden je Tweet leuk
Een paar weken later gaf Janneke Heimweg een vervolg aan het gesprek:
Nieuwe #blog Een schrijver is niet per se creatief. Of toch wel? Met dank aan @HellaKuipers en @tweep
Waarop ik haar meteen aanried om The Artist's Way te gaan doen, en Tweep nogmaals het boek van Will Gompertz noemde. Denk als een kunstenaar: iedereen kan creatief en inspirerend zijn (bedoelen ze inspirerend of geinspireerd?).
Ik voelde meteen weerstand bij die gebiedende wijs, en ook bij "denk." Alsof dat de enige route naar creativiteit is.
Inmiddels heb ik het boek (in het Engels) gelezen. Think like an Artist and lead a more creative, productive life. Mijn conclusie: dit is een boek dat NIETS waarmaakt van wat het belooft.
Het begint al met zijn definitie van een "echte kunstenaar: those independent spirits who earn a good living and a big reputation by making things up.
"We" mogen dan allemaal creatief zijn, maar het telt pas als je geld en naam maakt. Het hele boek door moest ik denken aan Blazing World, de roman van Siri Hustvedt over de kunstwereld, en hoe die reputaties worden gefabriceerd door de kunsthandelaars en museumdirecteuren die daar baat bij hebben.
Gompertz – zelf werkzaam in kunst-PR voor de Tate Gallery en de BBC – neemt 10 verschillende eigenschappen van kunstenaars onder de loep, die volgens hem essentieel zijn voor het creatieve proces.
1. Een kunstenaar is ondernemend
Creatief denken is nodig voor het voorbestaan van de wereld, we moeten denken als kunstenaars en ons niet als beesten gedragen, aldus G. And we are all artists. We just have to believe it. That's what artists do. Hij beweert doorlopend dat echte kunstenaars zich niets aantrekken van wat de wereld van ze denkt, en beweert tegelijk meermalen dat alles afhangt van hoe ze hun werk aan de man brengen. They are in the business of supplying products that have no real function or purpose to a wealthy clientele; customers who value brand distinction above all else.
Het is geen toeval dat kunst zich ontwikkelde in rijke handelssteden. Daaraan zie je dat kunstenaars ondernemers zijn. Huh? Daaraan zie je dat kunstenaars opdrachten krijgen van rijke mensen of instituten!
Vincent van Gogh was ook heel ondernemend en commercieel bewust.
Ja hoor. Heeft Gompertz zijn brieven gelezen? Van Gogh was hoogstens schuldbewust, dat hij bijna nooit iets kon terugdoen voor Theo. Behalve dan de amandelbloesemtakken schilderen voor zijn kleine neefje.
Een goed voorbeeld van een ondernemende kunstenaar is volgens Gompertz Theaster Gates, iemand die een hele mythe creëerde rondom de potten die hij bakte, door te doen alsof ze van een jonggestorven Japanse pottenbakker waren. Natuurlijk, hij stelde iets aan de kaak, namelijk het gebrek aan plek in "de" kunstwereld voor niet-blanken. Maar wat G. vooral in hem bewondert: People liked the show; they admired Shoji Yamaguchi. But that was nothing compared to the strength of the reaction that came with the revelation some time later that the whole conceit was a con. The art world hugged itself with glee. What a wag this Theaster was! What a clever guy! The pots were okay, but wow, what an artist! Theaster Gates, conceptual artist and myth-maker, had arrived.
Dit gaat dus niet over de creativiteit van het maken, dit gaat over slinkse wegen bedenken om je doel te bereiken. Niets mis mee, maar als de focus ligt op beeldende kunstenaars (fine artists), dan versta ik onder creativiteit het scheppen, het maken. Niet het beetnemen van "de" kunstwereld.
Dat is denk ik het grote probleem van dit boek en zijn schrijver: het heeft als gezichtspunt "de" kunstwereld, wat in feite een wereldje is dat totaal los staat van het echte leven en de gewone kunstenaar die al blij is met een expositie in de plaatselijke dokterspraktijk.
Maar daar gaat het niet om. The point is that he has achieved so much in the name of art. He is presenting a radical new economic model simply by thinking like an artist. Gompertz draait hier zijn redenatie volledig om. In feite denkt Gates hier als een zakenman, met een vernisje van 'kunst' eroverheen. Nogmaals: niks mis mee. Maar presenteer het niet als een essentiëel kenmerk van creativiteit.
2. Een kunstenaar faalt niet
Je zou kunnen denken dat je mislukt was, als de Salon van Parijs je werk afwees. Maar de geschiedenis bewees dat Monet, Manet en Cézanne het tegendeel van een mislukking waren.
Het gevoel van mislukking hoort bij het creatieve proces. Het gaat erom dat je doorgaat. De kunst is om een plan B te hebben, aldus Gompertz. Hij doet het voorkomen alsof een kunstenaar op een dag bewust bedenkt: nu ga ik eens iets heel anders doen. Vandaag pak ik zwart in plaats van rood groen en geel.
Alsof de bontgekleurde fase een totale vergissing was, in plaats van een noodzakelijke ontwikkelingsfase.
Hij gaat zover te beweren dat Mondriaan op een dag – na werk van Picasso gezien te hebben – besloot om zijn kleurvlakken te gaan schilderen. Voor die tijd had hij wat sombere knoestige bomen gekrabbeld, maar opeens, boem, bedacht hij plan B. Alsof dat niet een doorgaande lijn was, die samenhing met zijn belangstelling voor theosofie. Niks bewust genomen beslissing, gewoon de instinctmatige manier waarop creativiteit zich in een mensenleven ontwikkelt.
Een ondernemer heeft een plan B (het ligt zelfs al klaar als hij met A begint), een kunstenaar volgt een drijfveer, of die nu van binnenuit of van buitenaf zijn noodzakelijke vonkje ontvangt.
The only decisions to make are what it is we want to say and through which medium we want to say it. Alsof niet heel veel kunstenaars er pas al doende achterkomen wat ze wilden zeggen, en dan pas ontdekken welk medium het meest geschikt is. Gompertz blijft het hele boek door in zijn hersenpan.
3. Een kunstenaar is oprecht nieuwsgierig
Dit lijkt me een open deur. Output needs input, je moet je bron vullen, er moet iets zijn dat je mateloos interesseert. Maar gaat dat van A naar B, zoals Gompertz poneert?
Passion—enthusiasm if you prefer—is the spur that makes us want to know more. It provides the impulse for the thoughtful inquiry that generates the knowledge, which fires our imagination to come up with ideas. These lead to the experiments that eventually result in the production of a realized concept. This is the path creativity takes.
Weer gaat hij er zonder vraagtekens vanuit dat de bron van het kunstwerk het denken is. In plaats van de handen. "In de scheppingsdaad léeft de kunstenaar met alle organen: hart en hersens, bloed en geslacht," aldus Marsman.
Ideas that are born out of ignorance, or which have been flippantly hatched, are invariably weak and most often useless. But those conceived on the basis of real knowledge, inspired by a genuine passion, are much more likely to have plausibility and substance.
De vooringenomenheid van zulke zinnen! Wie bepaalt hier wat onwetendheid is? Wie bepaalt hier wat echte kennis is, oprechte passie? Als er toch IETS is wat funest is voor elke vorm van creativiteit is het wel het idee dat er een beoordelingscommissie bestaat die zeker weet wat dom is en wat niet, wat inhoud is en wat niet. Drie keer raden wie er in die commissie zitten: de rijke blanke slimmerds die "de" kunstwereld vormen.
4. Een kunstenaar jat
Natuurlijk. Niet voor niets surf ik avonden op Pinterest om inspiratie op te doen voor mijn collages. Ik kom de prachtigste werken tegen, van papier en textiel en keramiek, die vast nooit in de Tate Gallery te zien zijn geweest, maar dat terzijde.
Maar nu het voorbeeld dat Gompertz neemt. Hij baseert zich op een artikel over "homospatial thinking." Daarbij neem je twee heel verschillende zaken tegelijk in je gedachten en als vanzelf ontwikkelt zich een splinternieuw idee. De Story Machine is daar een goed voorbeeld van. Een dichter die met de vergelijking komt "de weg was een raket van licht" wilde een zin maken met de woorden 'weg' en raket' erin. En zo is het gekomen. Gewoon met het intellect uitgepuzzeld.
Wat een waanzin! Zo'n dichter heeft toch niet voor niets die twee woorden als drijfveer ingegeven gekregen, en het beeld moet als het ware in zijn hoofd gelanceerd zijn.
Maar volgens Gompertz werkt inspiratie zo: problem-solving is all about thinking, and that requires imagination, which is what leads to that moment of inspiration.
Natuurlijk hoeven de ideeën die je krijgt niet per se goed te zijn: that doesn’t necessarily mean the idea is good or valuable. The quality comes when the idea is focused on a subject in which we are knowledgeable and interested.
Wie beoordeelt of het een goed idee is, en of wij genoeg kennis bezitten?
Ik spaar momenteel op Pinterest aboriginal kunst en Afrikaans textiel. Ongelooflijk mooie patronen. Waardevol? Goed? Voor wie, voor wat? Voor de westerse markt, de westerse kijk op kunst? Er zijn zoveel manieren om naar kunst te kijken.
De rest van dit hoofdstuk gaat over originaliteit. Zonder dat dit begrip gedefinieerd wordt. Er wordt vanzelfsprekend vanuit gegaan dat "origineel" gelijk staat aan goed en vernieuwend, en dat zijn per definitie dé kenmerken van Kunst met een grote K. Nu is dat pas de laatste vijfhonderd jaar ofzo, en ook alleen maar in het blanke westen, maar voor Gompertz gaat het zonder zeggen.
Om het vak te leren imiteren kunstenaars eerst. Would-be authors read their favorite novels in an attempt to learn a particular style. Alweer zo'n omkering. Je gaat een bepaald soort boeken schrijven omdat je er zo van houdt om ze te lezen, en vervolgens ga je tijdens het lezen wat beter opletten hoe zo'n schrijver te werk gaat, maar je gaat toch niet eerst al die boeken lezen om ook zo te leren schrijven?
Picasso begon zijn schildercarrière met het imiteren van diverse stijlen. Tot hij zich op een dag "blue" voelde en dacht: Yes! Ik ga nu met mijn blauwe periode beginnen! (Ik weet niet of feeling blue ook zo heet in het Frans of Spaans, maar in het Nederlands alvast niet.)
5. Een kunstenaar is sceptisch
There is only one possible way of kick-starting the creative process, and that is by asking a question. Oh ja? Echt maar één manier? Wat als je gewoon begint? Wat voor vraag stel je je als je schrijfveren doet? Voor je een vraag stelt, ben je al begonnen, misschien komen er vragen op in wat je schrijft.
Nee, maar Edgar Allan Poe heeft het zelf gezegd. (Of hij werkelijk zo werkte valt nog te bezien. ) Door het stellen van vragen heeft hij zijn beroemde gedicht The Raven gecomponeerd. Net zoals Socrates voor hem al propageerde. Het zit namelijk zo: vragen stellen solves problems. And problems—that is, questions in need of a solution—are at the heart of creativity because they force us to think. And it is when we think that we start to question, and to question is to imagine. And to imagine is to conceive ideas, and conceiving ideas is the basis for creativity.
Gompertz verwart hier filosofie – vragen stellen om waarheid of wijsheid te achterhalen - met creativiteit.
Hij legt ons vervolgens uit hoe het maken van kunst gaat: Decision-making is the tortuous by-product of the Socratic method. Because at some point skepticism and questioning have to give way to personal judgment in the shape of a decision made.
Je stelt vragen, beslist hoe je die beantwoordt, en dan begin je.
Dat kan.
Maar het is zeker niet de enig mogelijke werkwijze. Vaak geeft het werk zelf de antwoorden op vragen waarvan je vantevoren niet wist dat je ze stelde.
Maar nee, het is logica die superieure kunst bewerkstelligt. Gompertz' voorbeeld hierbij is Brunelleschi, de ontwerper van de koepel van de Sta Marie dei Fiori in Florence. De bijgelovige middeleeuwen waren eindelijk voorbij, tijd voor de rede! (Dat de klassieke kunst een eeuw of dertien onontdekt was gebleven is natuurlijk je reinste onzin. Nooit van de Karolingische Renaissance gehoord zeker. Nooit een vroegchristelijke basilica gezien zeker.) Tijd voor kunst die perspectivisch wél klopte, in plaats van die domme platte plaatjes van de middeleeuwen. Dat die een even bewuste keuze waren, komt niet bij Gompertz op. Van zijn kunsthistorische kennis krijg ik een steeds minder hoge pet op.
6. Een kunstenaar denkt in grote gehelen en kleine details
Oh, echt?
Volgens mij zijn er twee soorten schrijvers / kunstenaars: de architect en de tuinman. De architect maakt van tevoren een ontwerp, dat hij daarna uitvoert. De tuinman plant zaadjes, wacht af wat er opkomt, verplant dingen, snoeit wat, stekt wat, laat het werk organisch zijn vorm vinden. De ene manier is niet superieur aan de andere.
Voor Gompertz heeft de echte kunstenaar maar één methode: plannen. Over Luc Tuymans: This wasn’t a haphazard choice but a planned approach, inspired by the enlarged photocopies he made of the portraits on his return from Scotland. Waarvoor is dit een bewijs? Toch alleen voor de werkwijze van Tuymans? Before he even contemplates producing any painting, there is the overriding framework into which he already knows it must fit: his style. De kunstenaar hééft toch een stijl, daar gaat zijn werk toch automatisch in passen? Een schilder van bijna-abstracte portretten gaat toch niet opeens goudentierlantijntjesKlimtjurken schilderen?
Wat Tuymans slim aanpakt, is series schilderijen maken, met de tentoonstelling al precies in zijn hoofd. Is dat een voorbeeld van creativiteit in kunst-zin? Eerder een voorbeeld van creatief boekhouden, dunkt mij. Niets mis mee, maar geen essentieel aspect van creativiteit.
7. Een kunstenaar heeft een gezichtspunt
Oh, echt?
Our point of view is our signature, zegt Gompertz. Zonder te beseffen dat hij het hier heeft over originaliteit in zijn ware betekenis. Hij verstaat onder origineel zijn: "de" kunstwereld op zijn kop zetten. Ik versta onder origineel zijn: heel precies opschrijven / verbeelden wat jij zeker weet. En dan niet zeker weten in de zin van de waarheid in pacht hebben ergens over, maar zeker weten: dit ben ik, dit voel ik, dit heb ik meegemaakt, dit vind ik mooi / lelijk / verschrikkelijk, dit heb ik gezien, gehoord, geroken, gevoeld. Dit werk is precies zoals het moet zijn, omdat ik dat vind.
Je gezichtspunt is not the same as a style. It is what you say, not the way you say it. And in the creativity game you are not really a player unless you have something to say.
Heel mooi verwoord door Eugène Delacroix: Dat wat mensen, of liever hun werk, geniaal maakt, zijn niet de nieuwe ideeën, maar het idee, waardoor ze bezeten zijn, dat wat gezegd is, niet genoeg was.*
Wederom – volgens mij – een aansporing om heel precies op te schrijven wat je zélf weet.
Maar volgens Gompertz ligt dat toch iets anders.
It is not the core idea—or subject—that is important, but what an individual is inspired to say about it that is new or different. And that is where many of us come unstuck.
Having something original to express is one of the biggest obstacles to overcome in the creative process. We have heard of writer’s block, but the same loss of inspiration also happens to artists, inventors and scientists.
Twee dingen: weer dat woordje "new" als alleenzaligmakend beoordelingscriterium.
En dan having something original to express: dat DOE je toch als je uit wat jij weet? Gompertz houdt nu zelf de mythe in stand dat NIET iedereen creatief kan zijn.
Gelukkig was Rembrandt dat wel. Die bedacht op zijn oude dag dat hij over zijn oude dag kon schilderen. Opinion is what drove him forward, and it will be opinion that compels any of us to make something exceptional and different. If we want our ideas to be seen and heard it is essential we have a point of view and something to say.
Het spreekt toch vanzelf dat je kunst gaat maken omdat je iets wilt uiten? Of het nu zielenroerselen zijn of een behoefte aan schoonheid. Opinie vind ik in dit verband een raar woord.
Aan het eind van dit hoofdstuk komt Gompertz zelf met deze opzienbarende mededeling: The arts in general have been slow to incorporate and acknowledge non-white, non-Western voices.
Wat noem je dan "The Arts"? Weer diezelfde groep van rijke witte mannen die bepalen naar wie het geld gaat? (En wat voor niet-westerse kunst geldt, geldt al evenzeer voor vrouwen. Lees Siri Hustvedt!) Hij heeft zelf niet in de gaten vanuit welk enorm bekrompen gezichtspunt hij dit boek heeft geschreven, met een aplomb alsof hij de waarheid in pacht heeft.
8. Een kunstenaar is dapper
"We worden geboren met een neiging tot zelftwijfel, vooral als het om creativiteit gaat." Zou Gompertz geen kinderen hebben, of neefjes en nichtjes? We worden helemaal niet geboren met twijfel aan onze creativiteit, die twijfel wordt ons aangepraat door mensen die menen te weten wat "echte" kunst is en wat "echte" kunstenaars doen.
Om moed te krijgen tegen al die grondinboorders in te gaan en toch te maken wat jij moet maken, kun je beter The Courage to Create lezen, van Rollo May.
Gompertz' beste voorbeeld van een moedige kunstenaar is Banksy. Die wist het establishment te foppen, zeg! Gelukkig hebben de curatoren hem nu hun stempel van goedkeuring gegeven, door het officieel StraatKunst te noemen.
Boodschap: verbeeld je toch niets zonder dat stempel. Aan de lopende band laat Gompertz zien dat hij totaal niet gelooft wat hij de lezer van zijn boek pretendeert te leren.
9. Een kunstenaar neemt de tijd om na te denken
Een voorbeeld van een nadenkende kunstenaar is Marcel Duchamp.
Technically speaking, he was very limited. His brother was a much better sculptor and most of the other painters in Paris at the time—including Picasso and Matisse—were far, far more accomplished. To that extent, Duchamp was not a great artist. His genius was that he learned how to think like one.
Ik kan er zolangzamerhand geen chocola meer van maken. Wat verstaat Gompertz nu onder een groot kunstenaar? Kennelijk moet je daarvoor je techniek beheersen. Of toch niet? Hij heeft legio voorbeelden gegeven van slimmeriken die met matig werk de kunstwereld wisten te bedotten. Daar is Duchamp ook een van.
Ik geloof dat ik op het spoor kom van wat werkelijk de makke is van dit boek: Gompertz schrijft met zwierige ganzenveer over Kunst met een grote K en Creativiteit en Originaliteit en De Kunstwereld en Echte Kunstenaars – en hij neemt geen enkele keer de moeite om zelf eens stil te staan bij wat hij beweert, hoe hij die begrippen definieert, vanuit welk gezichtspunt hij dit allemaal beweert, waar hij zich op baseert.
10. Alle scholen zouden kunstacademies moeten zijn
Daar kunnen wij het alleen maar mee eens zijn, toch, creatievelingen onder elkaar?
Maar ook hier slaakt Gompertz alleen maar ongefundeerde, of hemzelf tegensprekende kreten. De kunstenaar die in dit hoofdstuk aan bod komt, zegt dat de kunstacademie hem leerde hoe te denken, niet wat te denken. Precies! Wat een onzin om kennis in leerlingen te gieten en te examineren hoe goed ze kunnen onthouden, terwijl je tegenwoordig alles kunt opzoeken op internet.
Uh, pardon? Zei u zelf niet pas nog (in hoofdstuk 3) dat kunstenaars inhoud moesten hebben?
Hij wil maatwerk, met een curriculum toegespitst op de individuele leerling.
Ik krijg daar koude rillingen van. Dat Jantje van zijn moeder al met 5 jaar ballerino moet worden en daarop moet worden toegespitst. (Of van een overheid die alleen winstgevende kunsten wil zien.)
Gompertz wil academische instituten die intellectuele stopcontacten zijn, waar we ons kunnen inpluggen als we inspiratie, kennis of stof tot nadenken nodig hebben. En wie moet die inhoud leveren? Wie beschikt over die kennis? En hoe moet ik weten dat ik iets nodig heb als ik niet weet dat het bestaat?
Gelukkig maakt hij het met zijn slotconclusie helemaal goed. It’s our brains not our brawn that makes us special and life worth living. Artists had that worked out a long time ago.
Of nee, toch niet. De meeste kunstenaars weten dat er heel wat meer dan alleen hersenen komt kijken bij creativiteit. Hart, bloed, geslacht, spieren, het onderbewuste, dromen, zintuigen.