mijn naam is karmozijn

my-name-is-redWat een sprookjesachtig boek is My Name is Red (Ik Ben Karmozijn is als titel mooier, dat lijkt meer op het Turkse Benim Adım Kırmızı, maar ik heb toch gekozen voor de Engelse vertaling) van Orhan Pamuk. Ik had niet eerder iets van of over hem gelezen, dus ik begon er volkomen blanco aan.

De inhoudsopgave is al wonderlijk, de hoofdstukjes verteld door diverse figuren - I am a corpse / I am called Black / I will be called a murderer – maar ook door vreemdere types als een hond, een boom, een gouden munt en een paard.
Het middelste hoofdstuk heet I am Red, hier is de kleur rood aan het woord, zoals die in verluchte manuscripten wordt gebruikt en ook in de wereld bestaat.
Life begins with and returns to me. Have faith in what I tell you, zegt Rood. We believe in only one red. As I bring my color to the page, it's as if I command te world to "Be!" Rood lijkt God zelf wel. En dat gevoel wordt later versterkt. We horen een overledene vertellen: As soon as I realized this freedom, with fear and ecstasy I knew I was close to Him; at the same time, I humbly felt the presence of an absolutely matchless red.

In het kort is My Name is Red een moordverhaal (het doet in die zin, en ook in de labyrinthische intriges, wel denken aan de Naam van de Roos).
Sultan Murad III – de sultan die zo hield van miniatuurkunst – geeft opdracht tot het maken van een prachtig nieuw boek, met gebruik van nieuwe, Europese schildertechnieken (perspectief en herkenbare portretten).
Dat vormt een religieus probleem. The art of perspective removes the painting from God’s perspective and lowers it to the level of a street dog.
Deze taak wordt aangenomen door Enishte Effendi, die daarvoor miniaturisten en vergulders in dienst neemt, en ook zijn neef Black terugroept naar Istanbul, om het verhaal bij de miniaturen te schrijven.
Als Black terug is, moet hij eerst de moord oplossen op Elegant Effendi, de vergulder. Waarschijnlijk heeft een van de miniaturisten hem omgelegd omdat hij met zijn strengreligieuze opvattingen een gevaar vormt voor het voltooien van het boek.
Black komt maar al te graag terug. Twaalf jaar geleden is hij uit Istanbul vertrokken omdat Enishte hem niet met zijn dochter Shekure wilde laten trouwen. Hij is haar nooit vergeten. Zij is inmiddels met een ander getrouwd, en heeft twee zoontjes, Orhan (niet toevallig) en Shevket. Haar man is nu al 4 jaar vermist, en zal misschien nooit meer terugkeren. Er is weer hoop voor Black.
Dit zijn de twee verhaallijnen die door elkaar lopen: moord en liefde.

Door de verteltrant en de opzet leest het boek niet als een thriller of een romance, het leest als een verlucht manuscript met de ene glinsterende miniatuur na de andere.
Omdat het in de oosterse schilderkunst niet de gewoonte is dat de schilder zijn werk signeert, moet op een andere manier vastgesteld worden wie een afbeelding heeft gemaakt (die mogelijk de moordenaar kan aanwijzen).
Samen met Black en de Meesterschilder Osman zitten we in de schatkamer van de Sultan om alle miniaturen te bekijken. Pamuk maakt hier zinnen van een bladzij lang om de lezer net zo overweldigd te laten zijn door de schatten die daar te zien zijn.
Er zijn beschrijvingen van miniaturen van een beroemd liefdespaar die steeds weer terugkomen, zodat de lezer mee-denkt met de miniaturist die in deze traditie werkt, en de afbeeldingen op zijn duimpje kent. Tegelijk komt Pamuk steeds weer terug op het beeld van Shekure die voor het raam haar geliefde nakijkt, zo een miniatuurtje in het hoofd van de lezer schetsend.

Alle stukjes die over de religieuze implicaties van de schilderkunst gaan, kunnen net zo goed over alle kunstuitingen – inclusief de literatuur die Pamuk zelf zo in de problemen bracht (hij stond in 2005 terecht voor het beledigen van de Turkse staat) – onder alle onderdrukkende regimes gaan.
"Contrary to what is commonly believed, all murderers are men of extreme faith rather than unbelievers," zegt Meester Osman.
"They’re attempting to depict the world that God perceives, not the world that they see," merkt het paard op. En ik moest denken aan hoe Sjostakovitsj moest componeren zoals de Staat muziek opvatte.
Dit kun je je net zo goed afvragen met betrekking tot een boek: "Did a painting become legendary for what it was or for what was said about it?" vraagt Black zich af.

Tegelijk levert het boek commentaar op hoe verhalen werken. Want, zegt de hond, je weet dat honden niet kunnen praten, en toch geloof je in een verhaal waarin lijken praten en personages woorden gebruiken die ze onmogelijk kunnen kennen.

Het boek gaat over de verschillen en de confrontaties tussen Oost en West – een geliefd thema van Pamuk, geen wonder als Istanbul je thuisstad is.
Zo zegt Enishte over de westerse schilderkunst: "Had I been depicted in this fashion, it seemed, I’d better understand why I existed in this world."
Niet voor niets is een van de motto's van het boek (uit de koran): To God Belongs the East and the West. God zegt het later in het boek zelf ook, als Enishte twijfelt of hij wel goed geleefd heeft: "Over the last twenty years of my life, I’ve been influenced by the infidel illustrations that I saw in Venice. There was even a time when I wanted my own portrait painted in that method and style, but I was afraid. Instead, I later had Your World, Your Subjects and Our Sultan, Your Shadow on Earth, depicted in the manner of the infidel Franks."
I didn’t remember His voice, but I recalled the answer He gave me in my thoughts.
"East and West belong to me.
"
Oost en West komen voor in de ondeugende zinsnede "I only want to amuse myself frontside and backside, to be Eastern and Western both" gezongen door een drag queen die en man en vrouw wil zijn.
Tenslotte zegt de moordenaar: "To God belongs the East and the West,” en Black antwoordt: "But East is east and West is west." En daar moet ik wel achteraan denken: and never the twain shall meet.

Pamuk schrijft prachtig en / of de Engelse vertaling is heel goed.
Het boek begint in de winter (sneeuw in Istanbul), en aan het eind zegt iemand – en brengt ons zo het begin van het boek in herinnering – "you cannot claim with any conviction that you’re as innocent as freshly fallen snow." Ik ervoer het lezen echt als het maar eindeloos heen en weer bladeren in een boek vol miniaturen.
En deze zinnen verdienen een tegeltje:
A great painter does not content himself by affecting us with his masterpieces; ultimately, he succeeds in changing the landscape of our minds.
The beauty and mystery of this world only emerges through affection, attention, interest and compassion.

Dit bericht is geplaatst in recensies met de tags , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *