Duitse Middeleeuwse beeldhouwkunst, geloof me, daar ga je acuut van geloven. Het is zo ontroerend, zo levensecht, zo doorvoeld, het is de hemel op aarde. Daarom heb ik altijd gevonden dat het romaans veel hemelser is dan de gotiek. In een romaanse kerk – duister, dikke muren, kleine ramen, donkere schilderingen, abstracte beelden – moet je geloven in een hemel.
In een gotische kerk wordt de hemel je op een bordje gepresenteerd, hij is hier en je ziet hem met eigen ogen.
Ik heb veel met eigen ogen gezien, van Tilman Riemenschneider, Veit Stoss, Adam Kraft, en natuurlijk de pracht van Naumburg, en ik vind het nog altijd niet te bevatten, dat zulke psychologisch prachtige beelden in de Middeleeuwen werden gemaakt. Qua gevoel zo heel anders dan in de barok, toen ze welbewust werden ingezet om mensen tot het (juiste) geloof te bekeren.
Dit is de laatste fase in de kunst van een – voor mijn gevoel in elk geval – niet-berekenend of beredeneerd, maar ervaren geloof. Die Welt des Schönen, heet de serie waarin dit boekje uit 1911 uitkwam. Das war einmal.