Ik kocht Crossing to Avalon op 12 juli 2003. Kindeke en ik verbleven die zomer in de flat van nicht Emma in Groningen, we maakten allemaal leuke uitstapjes, en 's avonds las ik in dit boek. Qua gevoel weet ik alleen nog dat ik heel veel verwoord zag van wat ik zelf al wist en voelde. Herkenning.
Eigenlijk zijn dat de boeken die het meest dierbaar worden, die als goeroes zijn, die verwoorden wat al onbewust en onuitgesproken in je leefde. Niet alleen herkenning maar ook erkenning: wat ik voel, bestáát gewoon. Is niet alleen maar zo'n vaag hersenspinsel van een Beer met een Heel Klein Beetje Verstand. Wel raar, goed beschouwd, om een boek nodig te hebben om te bewijzen dat iets bestaat.
Kleine anecdote die daar nu bij bovenkomt: op een gegeven moment hoort een kind op school dat Sinterklaas niet bestaat. Normale kinderen vragen dan aan hun ouders hoe dat zit. Ik zocht meteen het Piet en Nelboekje op – mijn vader had als onderwijzer heel wat presentexemplaren van schoolboekjes, die ik dan weer gebruikte bij het schooltjespelen – waarin precies stond uitgelegd wie Sinterklaas was. Die dus Echt Bestond, kijk dan! Het staat hier toch!
Maar goed. Jean Shinoda Bolen gaat op pelgrimstocht langs plaatsen als Chartres, Glastonbury en Iona. Ze vertelt over haar ervaringen, bespiegelingen en ontdekkingen op deze reis, en over de symboliek van Avalon en de Graal-legende en plaatst daarbij haar eigen mid-life ervaringen in perspectief. Het boek is ook vertaald (Op Weg naar Avalon) maar alleen tweedehands verkrijgbaar.
als het gedrukt staat
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie met de tags marie kondo, vrouwen. Bookmark de permalink.