Ik schreef al over de brieven van Van Gogh. Dit boek had ik daarvoor, al tijdens de studie, aangeschaft en het is een must voor iedereen die alles van Van Gogh wil weten. Dus ik zal het ook nooit weg doen, al is het een soort tweede- of derdehands joy die er gesparkt wordt. Een herinnering aan voorbije fascinaties, voorbije perioden van studie en van flow.
Anders dan bij de wolkenkrabbers waar ik nog steeds een opgewonden gevoel van krijg. Het fotoboek van New York is een grote ode aan de skycraper.
Dat heb ik met Van Gogh niet. Niet zoals ik dat heb met Hundertwasser of Klee of die schilders uit Canada of die schilderes van wie ik de autobiografie las, kom, hoe heette ze, Emily Carr, of Georgia O'Keeffe. Of de aboriginal schilderkunst. Of Japanse prenten.
Smaak verandert, het is wonderlijk om te constateren dat dat bij mij voor gebouwen niet geldt, en voor schilderkunst wel. Of misschien ook niet, want alle schilders die ik hier opnoem kwamen bij kunstgeschiedenis niet aan bod. Dat is zo heerlijk van Pinterest, daar word je dagelijks geconfronteerd met kunstwerken die je nog niet kende. Doorlopende bronvoeding, zo nodig voor de geestelijke gezondheid en het levensgeluk. Flow.
bronvoeding
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, kunst met de tags marie kondo. Bookmark de permalink.
Kunst is balsem voor de ziel
zo is het