Het is een mooi boek over Magritte, dit boek over Magritte. Niet alleen mooie plaatjes, maar ook zinvolle inhoud: veel fragmenten uit brieven, waarin het gaat over Magritte's visie op kunst.
Het is een boek uit 1979 maar zo lang heb ik het niet. Er staat alleen in dollars een prijs op. Ik kan me met geen mogelijkheid herinneren waar ik het gekocht heb en waarom, was het toch voor kunstgeschiedenis? Of pas véél later?
Ik heb het in elk geval nooit gelezen, terwijl het barst van de interessantheid.
Bewaren maar, voor toekomstige vreugdes.
Magritte – ideeën en beelden
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, kunst met de tags marie kondo. Bookmark de permalink.
Mooi, onduidelijke boekjes.
Zo heb ik het boekje 'Neurenberg' van R.W. Cooper uit 1946,
uitgegeven door N.V. De Arbeiderspers in 1949.
Hoe kom ik er in's hemelsnaam aan, ziet er niet uit en ruikt muf.
En toch is het met stip het meest onheilspellende boekje wat ik heb.
Cooper was er zelf bij en schreef het in 1946 allemaal op.
Hij heeft ze écht gezien, Göring, Hess, Ribbentrop, Keitel, Streicher.
Jammer dat ik het idee heb dat ik dit oude stinkboekje nog steeds
niet achter me kan laten, na het zien van een interview met een
charmante man uit Damascus, Bashar al Assad.