Het is natuurlijk een prachtig boek, Emo's Reis. Ik ben ooit naar een lezing van de schrijver geweest en heb ontzaglijk genoten van 's mans verhalen en enthousiasme. Het is een boek over de tijd van 'mijn' Friese kerkjes, en ik heb ook (toch? even checken … ja) de Kronieken van Emo's abdij Bloemhof in Wittewierum.
Het boek doet in dwarsliggervorm verslag van Emo's reis van Wittewierum naar Rome.
Ooit ga ik het lezen. Net zo 'ooit' als ik eens een historische roman zal schrijven die in het Friesland van de twaalfde/dertiende eeuw speelt.
Wat blijft is de vraag: waarom schenkt het niet meer vreugde? Of zelfs: waarom schenkt het geen vreugde? Is het verdriet om niet-gekozen paden? Jalousie de métier? Of gewoon de enigszins dorre tekst die zo in tegenspraak is met de levendige verteltrant van de auteur? Het boek voelt als een levenloze baksteen (zo heel anders dan de levende stenen waar de kerkjes van gebouwd zijn). Misschien wacht het gewoon op mijn levensadem.
Lees hier de mooie bespreking van Anna van Gelderen.
Het boek is inderdaad niet opvallend vlot geschreven, maar toch heb ik er wel erg van genoten (bespreking hier). Meen me wel te herinneren dat ik steeds maar kleine stukjes achterelkaar las.
Dus: nog niet weg doen, maar gewoon wachten op het juiste moment, zou ik zeggen.
Goed idee! Ik heb de link naar jouw bespreking nog even aan mijn stukje toegevoegd.