Luchtvissers

luchtvissersSoms is het lastig om een schrijfjuf te zijn. Je kunt nooit kritiekloos door een boek heenracen, en tegelijk voel je de eis om die kritiek te onderbouwen. Als schrijfjuf leg ik vooral de nadruk op wat de schrijver al wél goed doet, om hem te doen inzien dat de rest alleen een kwestie van oefening is.
Kritiek op een gepubliceerde schrijver ligt gevoeliger. Uitgegeven worden bij een literaire uitgeverij: dat ben je toch geslaagd voor je meesterproef? Wat zal zo'n schrijfjuf uit de provincie daar nog over zeggen? Die moet dan zelf ook voor iets slagen.
But here goes.
Ik vond Luchtvissers aanvankelijk volmaakt. Elke zin deugde, alle zintuigen leefden ('als geur geluid zou maken zou het een godvergeten herrie zijn in dit huis'), de personages werden scherp en trefzeker getekend. Om het kraakheldere verhaal zweefden andere verhalen, bijbelse, mythische, oeroude. Het boek was op dezelfde manier groot als het eilandje Lundines groot was in de zee.
Ik leefde met alle achterblijvers op het eiland mee: de geloofloze dominee Mattheus Quast, de aan zijn demente vrouw Marthe geketende Markus, het meisje Jo-Anne en haar nare vader Jens, en hoofdpersoon Joshua, vergeefs op de vlucht voor zijn schuldgevoel. De bijbelse namen verdiepen hun karakters, en de onzichtbare Vuurtorenwachter waakt over hun welzijn.
Ik genoot van poëtische beeldspraak die onnadrukkelijk de beelden schraagde.
En dan komt het eerste zinnetje dat haakt. 'Bot als een ouwe tentharing' (p108). We weten niet van Joshua of hij een kampeerder is. Hij is vertaler, leraar, zoiets. Het is een leuke vergelijking maar het is een darling van Gerwin.
Omdat ik zo verrukt was, veroorzaakte dit simpele zinnetje een kleine kentering in mijn lezen. De fictionele droom was heel eventjes verstoord, en dan kun je niet precies zo verder dromen. Als dominee Quast de drankfles aan zijn mond zet 'als een bibberende trompetspeler die slechts één keer in zijn leven de kans krijgt de taptoe te blazen,' is dat ook een darling van muziekleraar Gerwin. Het overkomt me nog een keer als het over Parsifal gaat. Joshua zelf is geen muziekman, we zien hier even heel duidelijk de hand van de schrijver een rekwisiet het toneel opschuiven om iets symbolisch' wat extra nadruk te geven. Mij stoorde dat.
Waar in het begin de schrijver ongelooflijk diep ging – tot in de kleinste details voelde wat zijn personages voelden – dat uitkerven van die letters! dat voorhoofd tegen die afzuigkap! die beestachtige hoofdpijn! – stond hier opeens de schrijver van bovenaf zijn personages in te kleuren.
De laatste scènes maken veel indruk, dat seinen met die koperen schaal een Homerisch detail, en ik blijf toch niet helemaal bevredigd achter. Het verhaal van Joshua is rond, dat is goed. En het meisje gun je alle goeds. Maar de anderen? Waren die uiteindelijk illustratieve poppen in het verhaal?
Ik blader nog eens terug. Zie onderstreepte prachtzinnen: een tijd van zee, de wond van een ander die in jouw zij brandt, dit eiland is een vlot van steen, duisternis in een woud vol wandelende bomen, de witte en zwarte tanden van de rotsen, de vuurtoren die zijn licht over zee maait …
Luchtvissers is een prachtboek. Gerwin van der Werf is zo'n schrijver die bij elk boek beter wordt. Dan worden die darlings steeds minder belangrijk.

Dit bericht is geplaatst in recensies met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *