Ik heb Pier en Oceaan uit. Met dikke boeken heb ik op 't laatst altijd een onrustig gevoel, er zijn nog zoveel boeken. En het is ook geen boek dat vol narrative pull op weg is naar een afloop. Het is eerder een narratieve stuw, een oceanische deining naar het einde. De golfslag van een jeugd, eb en vloed, gebeurtenissen die zich terugtrekken en later weer over het strand rollen. Een hoofdpersoon die ondanks zichzelf op weg is naar zichzelf, op weg naar het moment waarop het leven een verhaal kan worden.
Mooi? Ja, mooi. Zintuiglijk geschreven, filmisch, invoelbaar.
Wel iets te vaak "Abel rook de geur van ..." Dat zou de schrijfjuf keer op keer onderstreept hebben. Op een van de laatste bladzijden nog zoiets: "Er hing een zware en intense atmosfeer." Dat wordt gezegd van een kapel die ze nog niet eens zijn binnengegaan.
Wat me meer hinderde, was de naamloosheid van de jongere kinderen in het gezin. "De peuter" hooguit, later zijn ze nauwelijks meer aanwezig. Het geeft aan hoezeer Abel op zichzelf gericht is, maar we zijn lang niet altijd alleen in zijn bewustzijn. Zijn moeder is de andere hoofdpersoon, en zij ziet het als haar taak bij haar man te blijven tot de kleintjes het huis uitgaan. Daar staat het egoïsme van Abel lijnrecht tegenover, hij laat zich aan niemand iets gelegen liggen, maakt met niemand werkelijk contact ook, wat dat aangaat heeft hij meer van zijn vader en grootvader dan hij zelf zou willen.
Al met al: een leeservaring die nog lang, dromerig nadeint.
op http://oekdejong.nl/ staan interviews en recensies
hier staat de recensie uit de Volkskrant van Arjan Peters
afbeelding