Alleen die kop al. Wat maakt iemand authentiek? Een eigen kenmerk dragend, zegt Van Dale. Dat je dus bij het horen of lezen van iemands gedicht meteen weet: dat is typisch Jansma, typisch van Toorn. Dat 'typisch' zit in verschillende dingen: thematiek, woordgebruik, beeldentaal, ritme, klankkleur.
Volgens Rense Sinkgraven maakt een authentieke dichter gebruik van mooie metaforen. Dat heeft tenminste nog nooit iemand zo gezegd! Kun je niet weten natuurlijk, tenzij je alle talen ter wereld kunt lezen. Ook gebruikt de dichter de paradox. De maan als een schuchter jong meisje, en een morgen die donkerblauw is, nee maar, dat is paradoxaal! Huh? En de authentieke dichter stopt ook wat levensfilosofie in zijn poëem. Dus, lieve aspirantjes, verzin eens even een leuke levensfilosofie die bij jou zou kunnen passen, dan maak je daarmee jouw versjes authentiek!
Sinkgraven lijkt te beseffen dat het allemaal onzin is wat hij beweerde. Haalt-ie slim Wittgenstein even van stal om dat te rechtvaardigen.
Maar nu even serieus, Rense.
Een beetje dichter hééft toch al een levensfilosofie? Hééft toch al oog voor de tegenstellingen in het bestaan, voor twee zaken die iets wonderlijks gemeen hebben? Anders was hij toch nooit op het idee gekomen om poëzie te gaan schrijven? En juist dát gevoel, Rilke's simpele Ich Muß, maakt iemand toch tot een authentiek dichter?
hoe word je een authentieke dichter?
Dit bericht is geplaatst in gedichten, schrijven met de tags rense sinkgraven, schrijven magazine. Bookmark de permalink.
Ach ja, 'authentiek' is ook weer zo'n modewoord dat net als 'spiritueel' niks meer betekent of inhoudt.
is toch bizar dat juist een dichter daar zo over schrijft?
Tja... volgens mij ben je authentiek of niet/ Maar authentiek worden dat lijkt mij heel erg moeilijk. Het net zo als met woorden als identiteit. Iedereen gooit er mee, maar weet niet echt wat het is. Jammer dat je eerst oud moet worden om dat te beseffen. Echt zonde van de tijd geweest, en de kopzorgen die je daar over kan hebben.
Ik zou eerst eens goed leren lezen. De paradox van het Wouter Godijn gedicht zit in het eerste deel. Staat ook duidelijk in het stuk. Ik verkondig in mijn artikel ook geen nieuwe religie, het zijn suggesties die aspirant dichters op weg kunnen helpen. En inderdaad authenticiteit is niet uit te leggen vandaar dat ik geheel terecht Wittgenstein citeer. Slim hè!