Het was een verzorgde reis, we hadden een reisleider die Egyptische Oudheden gestudeerd had, en onder zijn leiding zouden we het Egyptisch Museum doen. In een middagje. Als een gehoorzaam schoolklasje stonden we om hem heen – omgeven door reusachtige stenen koningen uit een verre tijd - terwijl hij ons alle uitlegde over farao's en Rijken en geografische verdelingen van het grondgebied. In die hoge hal stonden we, onder een reproductie van de steen van Rosetta.
Het Egyptisch Museum is een Museum uit een film: een vide tot aan het dak, omgeven door etages van gaanderijen, die vol staan met oude vitrines waaruit ongetwijfeld gekreun zal opklinken bij opening.
Overal om ons heen gefluister. Ik worstelde nog met mijn goed-opgevoedheid (gelukkig is dochterlief beter opgevoed, zij was al vertrokken). Maar hé, misschien was dit wel de enige keer dat ik dit museum zou bezoeken, moest ik dan beleefdheid boven opwinding laten prevaleren? Sorry, Mohammed (al onze Egyptische reisleiders heetten Mohammed).
Ik sloop ergens een trap op, zag het witte bloesje van dochterlief nog ergens, maar ze wou mij niet mee hebben, ze wou het helemaal alleen op zich laten inwerken. Ik wil vaak wel iemand bij me om "mooi hè" tegen te zeggen. Nu liep ik alleen tussen de horden toeristen die allemaal gehoorzaam richting Toetanchamon geleid werden. Ik had Toet vroeger al eens gezien, in Rotterdam. Goden en Farao's. Prachtig, die gouden toet. En zijn tronen en sieraden en bedden.
Maar zoals een romaans dorpskerkje me vaak veel meer ontroert dan een kathedraal, zo ontroerden mij de rijen en rijen vitrines vol miniatuurleven. De bootjes vol roeiers, de poppenhuismeubeltjes, de werkers en sjouwers van vierduizend jaar geleden. Ook de sieraden ontroerden me. Kragen van de kleurigste kraaltjes, allemaal handgemaakt en handgeregen, en hier voor mij neergelegd in hun stille pracht. Ik zwierf en zwierf tot ik moe was, toen het me te veel werd, toen ik wist: dit zal ik nooit vergeten.
In de tuin vond ik dochterlief terug. Net zo onder de indruk als ik, al bleken we totaal verschillende dingen gezien te hebben. De rest van het gezelschap was ook onder de indruk, al kloegen ze hun nood over Mohammed's breedsprakigheid.
Misschien was het wel de enige keer dat ik dit museum zou bezoeken. Ik zat gisteravond te huilen voor Al Jazeera, toen ik de wreed vermoorde roeiertjes op de grond zag liggen, als speelgoed uit een goedkope bazaar. Beeldenstorm. Zo voelt het dus als je dat meemaakt.
Beeldenstorm
Dit bericht is geplaatst in Niet gecategoriseerd met de tags egypte, egyptisch museum, vakantie. Bookmark de permalink.