Ik word altijd grammitich als mensen hun commentaar op mijn roman Brandsporen verwoorden als: "een goede redacteur zou …" of "een goede redacteur had …" Ze verschansen zich achter een schijnbaar objectieve wijsheid, die echter ontkracht wordt door commentaren van anderen. Een goede redacteur had me zeker een ander vertelperspectief aangeraden. Toch schrijft iemand: "Dat ze het aan haar pasgeboren zoontje vertelt, vind ik zo ontroerend." Een goede redacteur had vast korte metten gemaakt met al die hoofdstukjes. Toch schrijft iemand: "Ik kon het niet wegleggen. Steeds dacht ik: nog één hoofdstuk ... en zo las ik door tot ik het uit had."
Maar wat me vooral ergert aan de zinsnede "een goede redacteur" is dat ik denk dat er al lang geen goede redacteuren meer bestaan. Of als ze bestaan, dan zijn ze wegbezuinigd, zoals alles wat mensen boven zichzelf kan uittillen wegbezuinigd wordt. Omdat het immers geen geld oplevert.
Want anders had een goede redacteur toch wel tegen Jan Siebelink gezegd: "Jongen, Suezkade is een prachtig verhaal. Mooie plot, sterke beelden, kleurrijke personages, geweldig omslag ... maar die taal, jongen, die stijl, daar moet je nog iets aan doen hoor, dit is een smet op je blazoen. Bij Knielen op een Bed Violen wilde je al niet naar me luisteren, maar dit ..."
Siebelink lachte in zijn vuistje. Hij dacht aan zijn maatkostuums en zijn sportwagen en wist het gelijk aan zijn kant.
De goede, gewetensvolle redacteur hield aan. "Je begint ieder hoofdstuk op dezelfde manier. Iemand loopt ergens, zit ergens, en vervolgens ga je door in plusquamperfectum over wat eraan voorafging. Op dat woord schijn je nogal dol te zijn, of dien ik dat wijsgerig te interpreteren? Maar goed, binnen die scènes vol haddens en wassen, vertel je dan vaak nog over iets dat daar weer aan voorafging. Het plusquamplusquamperfectum, zeg maar. En maar haddens en wassen blijven gebruiken, terwijl dat toch overbodig is, als je eenmaal hebt vastgesteld dat we in het perfectum zijn. En dan al die voelens: Mark voelde een welzijn, voelde zich schuldig, voelde dit en voelde dat. En je verandert om de haverklap van vertelperspectief, vaak om de gevoelens van beide personages in een scène te vertellen. Man, dat zijn beginnersfouten, dat is zo slordig! Een goede redacteur had je tot een meesterwerk kunnen voeren – leuk woord in dit verband, vind je niet? – maar jij verkoos een snel nieuw succes, en een snel turquoise jasje om de lezer te verleiden."
Siebelink wierp hem zijn achterflapblik toe, een blik van: "Doe me dat eens na!"
Nog één nootje had de goede redacteur te kraken. "Je wordt al net zo ijdel als alle schrijvers die in Amsterdam wonen. Je gaat er vanuit dat iedereen Den Haag op zijn duimpje kent, en dat je met het noemen van de straatnaam meteen een duidelijke sfeertekening geeft. Beschrijven is voor de dommen, de oningewijden. Nee, jij bent eindelijk toegetreden tot de canon. En er is weer een goede redacteur wegbezuinigd."
Hij trok zijn grijze regenjas aan, en verdween met gebogen schouders in de mist die over de steenwoestijn van Plein 1813 hing. De pretentieuze huizenrijen leken hem te bespotten: mierenneuker, muggenzifter, vliegenvanger. Hij liep door tot hij in Scheveningen was, en stortte zich van de pier in de zee. Het schuim op de golven zag bruin door de riolen die er in uitkwamen, en de vele taalpuristen die er op de bodem langzaam verrotten, onder een leger van vraatzuchtige, donkere vissen.
Pas gelezen en niet aan te bevelen
Dit bericht is geplaatst in recensies, schrijven met de tags jan siebelink, suezkade. Bookmark de permalink.
Ja er bestaat nu eenmaal geen rechtvaardigheid! Daarvoor hoef je alleen maar om je heen te kijken of zoals jij doet een boek van Siebelink lezen. Ik hoop wel dat die redacteur, die bij Scheveningen in het bruine schuim van de golven verdween niet jouw ziel heeft meegenomen.
Een heerlijk vrij geschreven recentie!
Aha, dus Jan Siebelink hoef ik ook al niet te lezen. Dat scheelt weer.
En gefeliciteerd met al die mooie reacties op bol.com op je boek. Daar moet je een heel warm gevoel van krijgen.
Dat head-hoppen, daar wordt ik ook altijd zo kregel van, steeds loop ik daarop stuk, en niemand die zich eraan lijkt te storen. Ik begon al te denken dat het aan mij lag. Het weerhoudt mij van identificatie met een personage. Ik houd zo van de spanning in scenes waarin de hoofdpersoon moet gissen naar de gedachten van zijn tegenspeler. Ik wil dan meegissen en niet meteen te horen krijgen wat die ander 'voelt' - het is een van de belangrijkste attracties van het lezen!
Suezkade vond ik ook zwaar tegenvallen. Maar 'Knielen' daarentegen vond ik mooi, en de toneelbewerking nog veel en veel mooier!